Van Appelen en Peeren….

Mathieu van Noort, in de 19e eeuw bewoner van Ter Wadding, had een passie voor appels en peren. Hij teelde ze niet alleen op zijn buiten, maar tekende en beschreef ze ook uiterst nauwkeurig. Een aantal van de afgebeelde vruchten zijn toen voor de eerste keer beschreven en de keuze ervan geeft aan dat deze rassen in de eerst helft van de 19e eeuw zeer gewild waren. Het belang ligt vooral in de kwaliteit van zijn afbeeldingen. Afbeeldingen zijn onmisbaar om oude fruitrassen te herkennen. Zijn Pomologia Batavia bevat vele prachtige tekeningen waarin u wellicht nog het appeltje van de appelboom in uw tuin herkent.

Door: Jan Veel

afbeelding uit Pomologia Batavia van Mathieu van Noort

Pomologia Batava van Mathieu van Noort

Mathieu van Noort werd op 23 december 1768 te Leiden uit een welgestelde, doopsgezinde fabrikantenfamilie geboren. Hij heeft er rechten gestudeerd en ging daarna, zoals voor een jongeman uit een gegoed milieu gebruikelijk was, lange tijd op ‘Grand Tour’ door  verschillende landen van Europa. Getuige zijn reisjournaal had hij mede daardoor een grote mensenkennis en een goede kunstsmaak verworven. In zijn geboortestad teruggekeerd, gaf hij van die smaak uiting door zijn kunstkabinet met door hem verzamelde schilderijen van vaderlandse meesters en door zijn eigen goede tekenwerk, vooral van portretten en vruchten.

Hij huwde op 10 juni 1798 met.Christina Hendrike Beelaarts, Zij kregen een zoon, Chretien Henri Jacob van Noort, die in 1829 op 30-jarige leeftijd kinderloos overleed zodat Mathieu van Noort geen nageslacht heeft.

Het is niet bekend of van Noort als jurist gewerkt is, als burger van rijke afkomst koos hij er voor om zich met bestuurszaken en culturele activiteiten bezig te houden. Hij sloot zich zoals meer doopsgezinden aan bij de patriotten (anti-Oranje aanhangers) en was in tijd van de Bataafse republiek en daarna in de Franse tijd bestuurlijk actief. Zo was hij in 1795 kapitein van de compagnie Gelijkheid van de gewapende burgerwacht te Leiden en actief lid van de Leidse Stedelijke Raad (tegenwoordig gemeenteraad genoemd). Ook zijn vrouw was maatschappelijk actief. Zij zat bijvoorbeeld in het bestuur van een weeshuis. Van Noort was zeer actief in literaire, oudheidkundige en kunstorganisaties. Hij was een groot verzamelaar van kunst en gold zelf als een verdienstelijke amateur tekenaar en graficus. Ook was hij lid van de Koninklijke Maatschappij van Letterkunde.

Toen in 1823 G. Wttewaall hoogleraar Landhuishoudkunde werd aan de Leidse Hogeschool (tegenwoordig Universiteit) vroeg hij van Noort om Nederlandse appels en peren, die van Noort al op zijn buitengoed teelde, te tekenen en van een beschrijvende tekst te voorzien en deze uit te geven. Van Noort kweet zich meesterlijk van deze taak. Vanaf het jaar 1830 tot aan zijn overlijden in 1844, dus in 14 jaar, zagen 21 afleveringen het licht, waarna het door gebrek aan geldelijke ondersteuning gestaakt werd. De totale serie, die hij de titel Pomologia Batava gaf, is door hem in eigen beheer uitgegeven, nooit in de handel gebracht en alleen aan zijn vrienden geschonken. Daardoor bleef het vrijwel onbekend.

In zijn laatste levensjaren leefde Van Noort zeer teruggetrokken als rentenier op zijn buitengoed Ter Wadding, waar hij op 17 November 1844 op bijna 76-jarigen leeftijd overleed. Een portret van hem is niet bekend.

Pomologia Batava

De aanhef luidt: ‘Pomologia Batavia of afbeelding en beschrijving van onderscheidene soorten van Appelen en Peeren, welke in Nederland gewoonlijk worden gekweekt, allen naar het leven en kleuren geteekend en beschreven door Mr. Mathieu van Noort (steendruk van L. Springer), Leyden, in commissie bij den boekhandelaar van der Hoek, 21 afleveringen, in  4 pagina’s.’ De aankondiging was gedateerd 22 December 1830, zijn 62ste verjaardag.

Van alle in Pomologia Batavia beschreven rassen zijn twee afbeeldingen in kleur aanwezig, één van de steelkant en één van de kelkkant. Daarnaast is er een tekening van de doorsnee,  waarop het klokhuis en de vorm en de diepte van steel- en kelkholte goed te zien zijn. De kwaliteit van de platen is zeer hoog. Zij zijn duidelijk door iemand met ervaring en talent gemaakt.

De beschrijvingen die van Noort geeft, zijn beknopt maar erg volledig. Naast het uiterlijk van de vrucht vermeldt hij de pluktijd, het gebruik en de gebruiksperiode. Uit details zoals schurftvlekjes op de schil  blijkt, zoals van Noort zelf al meldt, dat de platen naar ‘het leven getekend’ zijn.

Mathieu van Noort’s  Uitgeverij en drukkerij Springer in Leiden heeft zich zeer bekwaam getoond in de lithografische druktechniek. Daardoor kon het tijdrovende, voor elk boek met de hand inkleuren van alle platen vervallen. Ook werd door het lithografisch drukproces de kwaliteit van de afbeeldingen veel beter.

Betekenis van van Noort’s werk

Het pomologische belang van Mathieu van Noort’s publicatie is dat deze enigszins het gat vult tussen Johann Hermann Knoop’s  ‘Pomologia’ van 1758  en de ‘Nederlandsche Boomgaard’ van 1868. In die periode zijn in ons land verder geen geïllustreerde pomologische werken verschenen. Een aantal van de afgebeelde vruchten is toen voor de eerste  keer beschreven en de keuze ervan geeft aan dat deze rassen in die periode – de eerst helft van de 19e eeuw – zeer gewild waren.

Het belang ligt vooral in de kwaliteit van zijn afbeeldingen. Afbeeldingen zijn onmisbaar om oude fuitrassen te herkennen. Of zoals van Noort zelf in het voorwoord van zijn uitgave breedsprakig aangeeft: is een ‘blote beschrijving, hoe juist en nauwkeurig zulks in het Hoogduitsch Fruitkundig Woordenboek van J. C. CHRIST, waarvan wij de vertaling in het Nederduitsch aan den Heer J. F. SERRURIER te danken hebben, ook zijn moge, dezelve echter niet geheel toereikende is, om een duidelijk denkbeeld van het bijzonder kenmerkende dezer vruchtsoorten te bekomen, indien niet deze op de vruchten zelve, door vergelijking en naauwkeurige beschouwing, kan toegepast worden, doch daar de Natuur ons de gelegenheid tot eene vergelijking der onderscheidene soorten, niet gelijktijdig, of in alle jaargetijden, aanbiedt, kan dit gemis door naauwkeurige afbeeldingen, waarin men eene stiptelijke navolging, zonder willekeurige vrijheid, heeft in acht genomen, eenigzins vergoed worden.
Knoop heeft, in de voorgaande eeuw, door beschrijving en door afbeeldingen getracht, eenigen der onderscheidene soorten kenbaar te maken, en als ’t ware den weg tot eenige kennis gebaand. Maar, zullen zoodanige afbeeldingen het bedoelde oogmerk bereiken, om namelijk door dezelven de vruchten te leeren kennen, van elkander te onderscheiden, en de Systematische rangschikking van onderscheidene Schrijvers op te helderen, de waarheid van hunne stellingen te bevestigen, of derzelver onvolkomenheid aan den dag te leggen, of eindelijk aan deskundigen gelegenheid verschaffen, om in de tot nog toe bekende Systematische rangschikkingen die veranderingen voor te stellen, welke hun doelmatig voorkomen, zoo moeten dezelve in de eerste plaats den naauwkeurigen uitwendigen omtrek of vorm der vruchten voorstellen.’

Als hoofdnaam geeft hij de toen in Nederland algemeen gebezigde namen en hij heeft van een aantal rassen bovendien synoniemen opgenomen. Een inhoudsopgave of rassenlijst ontbreekt echter in het originele boek.

Van Noort’s Buitengoed Huis ter Wadding

De buitenplaats waar van Noort zelf een aantal van de door hem afgebeelde appels en peren heeft geteeld, Huis Ter Wadding, is bewaard gebleven. Het goed hoorde in de 17e eeuw bij kasteel De Werve in Voorburg. Ter Wadding betekent: aan een doorwaadbare plaats. Waarschijnlijk kon je vanaf het terrein ooit de Oude Rijn oversteken. Mathieu van Noort’s vader, Willem van Noort, een schatrijk geworden Leidse lakenverver, liet hier in 1770 het nog bestaande landhuis bouwen, dat een decoratiee rococostijl kreeg en dat als zomerverblijf voor de familie diende.

Nadat Mathieu van Noort in 1819 de buitenplaats van zijn moeder had gekocht heeft hij in 1821 heeft de huidige parkaanleg in Engelse landschapsstijl laten aanleggen. In het park van 3 hectare voeren slingerende paden langs de vijver en er zijn verschillende opvallende oude bomen als ceder, moerascypres, varenbeuk en vleugelnoot te zien. In de zuidzijde van het terrein ligt een rechthoekige open ruimte waar ooit de boomgaard van Mathieu van Noort was. Zie voor de vele prachtige tekeningen de link hieronder.

Jan Veel

Bronnen
A.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 13. J.J. van Brederode, Haarlem 1868
Website http://library.wur.nl/speccol/fruitvrij/pomologiabatava/